Winterswijk | 7 juni 2023 | Koninklijke verslaggever Fried Jansen
Appje van vriendje Knook: of ik een artikeltje over het recreantenteam kan maken voor de vernieuwde website van onze vereniging? Toegezegd dat te proberen, maar voor de zekerheid eerst maar eens de website bezocht. Inderdaad, Frank heeft niks teveel gezegd, website lekker toegankelijk en overzichtelijk. Dus hierbij poging iets zinvols over die verzameling bejaarden en ander ongeregeld op papier te zetten.
In eerste instantie doet het team me denken aan het rampzalige team de Ruppert Mundy’s uit ‘De grote Amerikaanse roman’ van de beroemde schrijver Philip Roth. Het team, uitkomend in de Patriotten Afdeling, is tijdens de Tweede Wereldoorlog gedoemd alleen nog maar uitwedstrijden te spelen omdat de stad Port Ruppert vanwege militaire doeleinden grotendeel verboden gebied is geworden. Daarnaast zijn alle goede spelers opgeroepen voor militaire dienst, zodat een hoogst merkwaardige mengelmoes van kneuzen de eer van de Mundy’s hoog moeten houden. Wat te denken van een werper die na het gooien van drie innings de volgende dag z’n andere hand moet gebruiken om z’n achterwerk af te vegen. Een catcher met een houten been. Een eerste honkman die alleen homeruns kan slaan als-ie een halve fles whisky achter z’n kiezen heeft. En een verre velder met één arm.
OK, zo erg is het nou ook weer niet bij onze recreo’s, maar er zijn wel overeenkomsten. Neem nou de werper van de afgelopen decennia: al bij de senioren Opa genoemd vanwege z’n leeftijd moest hij de laatste jaren met een rolstoel naar de werpheuvel worden gebracht. Overeind blijven op de heuvel kon alleen nog maar met een wandelstok, die hij bij een worp tussen z’n tanden klemde. Hij beschikte over twee worpen: 1. De ‘Eephus ball’, een met een grote pisboog geworpen bal, die, mocht die toevallig in de buurt van de slagzone komen, door de slagman schaterlachend uit het veld geslagen werd. 2: de ‘Sinker’, een bal die vlak voor de slagman op de grond stuiterde en dan meestal tussen de benen van de catcher door het veld uit rolde. Dat laatste heeft de desbetreffende catcher dermate geestelijk ontwricht dat-ie ermee is gestopt en zich op de vissport heeft gestort. Nu er een nieuwe werper is heeft hij de handschoen weer opgepakt.
Dan het binnenveld, doorgaans bezet door spelers van de vrouwelijke kunne. Op het eerste honk een dame met een enorme slagkracht, maar doorgaans veel te vroeg getimed, waardoor 90% van haar dreunen als foutslagen in het linksveld over het hek vlogen. Op twee en kort best lieve meisjes, maar als ze een grondbal te pakken kregen – áls – , dan werd er eerst tussen beiden uitvoerig overlegd naar welk honk de bal terug moest. Een hoog geslagen bal vangen lukte zelden. Op drie een man met knie- en rugklachten… Het slaggeweld moest komen van enkele met emeritaat zijnde senioren, die pendelen tussen buiten- en binnenveld. Overtuigd van hun kracht menen zij dat een softbal het veld uit meppen een eitje is vergeleken met een honkbal en zijn zij alleen bezig met ‘swinging for the fences’. Denkfoutje en dus als resultaat pop ups in binnenveld en makkelijke vangballen in buitenveld. De coach valt af en toe ook in, ooit één van de beste honkballers die Hickory gehad heeft. Nu iemand die het na een geslagen bal qua snelheid moet afleggen tegen die ouwe werper in z’n rolstoel…
Uit het bovenstaande zult u begrijpen dat overwinningen voor dit team uitermate zeldzaam zijn. Iedere keer was het ook weer een puzzel om een team bij elkaar te schrapen, want de meest voorkomende zin op de team-app was zowel bij wedstrijden als bij trainingen ‘Ik ben verhinderd’. Vandaar die aanhef boven dit artikel. Maar het wonderbaarlijke is dat het team vrolijk doorgaat, de onderlinge sfeer uitstekend is en een potje ballen altijd een hartstikke leuke en gezellige middag oplevert.